start > cultuursite > Strijd voor rechtvaardigheid > Het Altaconflict - La Elva Leva

Het Altaconflict - La Elva Leva

werk in ontwikkeling

1. Inleiding

kaart Altarivier NVE 1987

Overzichtskaartje 1987

Het Altaconflict ook bekend onder de strijdkreet Elios eatnu / La Elva Leve - Laat de rivier stromen 1 was een conflict dat duurde van ongeveer 1968 tot 1982. In dit conflict botste Samische belangen en -rechten met een door de Noorse regering geplande grootschalig waterkrachtproject in het binnenland van Finnmark. De zaak had grote invloed op de ontwikkeling van het Noorse beleid ten aanzien van de Samen en ook op de verdere ontwikkeling van het Samische zelfbewustzijn.

De oproep tot Elios eatnu / La elva leve werd gelanceerd als protest tegen het eenzijdige besluit van de Noorse regering om een grote dam te bouwen in de Álttáeatnu (Altarivier) in de Noorse provincie Finnmark. Dit project zou grote delen van Samisch land onder water zetten en flora, fauna, menselijke bewoning en bestaansmiddelen vernietigen. Dit besluit, dat volgde op meer dan zestig jaar koloniale damprojecten in de Noordse regio, was de druppel die de emmer deed overlopen.

De actie mobiliseerde een recordaantal van 10.000 demonstranten. Dat lokte het optreden uit van 600 politieagenten en was daarmee de grootste veiligheidsoperatie in Noorwegen sinds de Tweede Wereldoorlog. De Alta-actie, zoals het het conflict ook wordt genoemd, was de grootste en meest invloedrijke opstand tegen door de staat geleide milieuvernietiging in Scandinavië.
De actie, waarin Samische kunstenaars een cruciale rol speelden, groeide onverwacht uit tot een wereldwijde solidariteitsbeweging.
Het verzet was ongekend in de geschiedenis van sociale protesten in Europa, evenals de dramatische climax ervan: de Samische hongerstakingen in Oslo in 1979 en 1981, aldus García-Antón e.a. (2020).

2. De ontwikkelingen - een tijdlijn

Een korte schets van de gebeurtenissen in chronologische volgorde 2:
In 1968 verschijnen voorlopige plannen voor de bouw van een stuwdam 3:
De inwoners van het dorp Máze 4 komen in actie en richten op 15 augustus 1970 het Aksjonskomiteen mot neddemming av Masi (Actiecomité tegen de onderwaterzetting van Masi) op.
De Norges vassdrags- og energidirektorat (NVE) - De Noorse Water- en Energiedirectie, een overheidsinstantie, maakt in oktober 1970 het plan bekend 5
Begin jaren 70 namen Samische activisten de afkorting ČSV aan als een strijdkreet: Čájet Sámi Vuoiŋŋa! (Toon de Sámi-geest) 6
Het dorpje Máze (noors: Masi) krijgt in 1973 een beschermde status en wordt daardoor niet onder water gezet. Het plan wordt daarop aangepast.
De concessieaanvraag wordt ingediend in 1974.
De organisatie Folkeaksjonen mot utbygging av Alta-Kautokeinovassdraget (Volksactie tegen de ontwikkeling van de Alta-Kautokeino-waterloop) wordt opgericht op 12 juli 1978. De actiegroep had een leidende rol in de strijd. Deze groep en andere dienden een kortgeding in bij de Noorse rechtbanken om te voorkomen dat de bouw begon 7.
Het kunstenaarscollectief Mázejoavku - De Máze groep wordt opgericht en vestigt zich in het dorpje Máze 8.
In november 1978 stemde het Noorse parlement in met de aanleg van de dam in Alta. In 1979 kwam een grote groep mensen bijeen in Bossekop-Alta. Deze bijeenkomst, met 250 aanwezigen, was belangrijk voor de latere ontwikkeling van het conflict, omdat gewone mensen hier besloten tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Er kwam een alliantie tot stand tussen de milieubeweging en de Samische beweging voor de Samische rechten.
Een protestkamp wordt in de zomer van 1979 ingericht in Detsika. Meer dan 6.000 mensen uit 20 landen bezoeken het kamp. 9
De bouwwerkzaamheden starten in Stilla en de toegangsweg wordt geblokkeerd op 5 juli 1979.
40 politieagenten worden tegengehouden door ongeveer 150 demonstranten.
Op 17 september 1979 worden 92 demonstranten gearresteerd en beboet.
Hongerstaking voor het Noors parlementsgebouw (Storting) van 8 tot 15 oktober 1979.
"Het werk aan de toegangsweg wordt niet voortgezet voordat het Storting het nieuwe voorstel heeft behandeld", zegt premier Odvar Nordli op 15 oktober 1979.
Het kamp in Stilla wordt opgericht en het kamp in Detsika (dat zowel een cultureel evenement als een politiek werkplaats was) wordt ontmanteld.
Het kamp in Stilla wordt op 14 januari 1981 door 600 politieagenten verwijderd en 532 demonstranten worden gearresteerd. 10
Een hongerstaking in Oslo en Stockholm wordt gestart door Ante Gaup op 21 januari 1981, terwijl de politie een kamp in Gargia opruimt.
De bouwwerkzaamheden worden hervat bij Tverrelva op 5 oktober 1981.
De "laatste" actie vindt plaats op 8 december 1981.
Het Hooggerechtshof oordeelt begin 1982 in het voordeel van de regering, waarna de georganiseerde oppositie tegen de waterkrachtcentrale stopt.
De actiegroep Folkeaksjonen wordt op 24 januari 1982 opgeheven. Een van de redenen voor het ontbinden van de organisatie was om te voorkomen dat zij verantwoordelijk zou worden gehouden voor sabotage en criminele daden, zoals de brandstichting tijdens de afgelopen kerstperiode tegen mobiele constructies van NVE.
Niillas Aslaksen Somby, John-Reier Martinsen en een onbekende derde persoon proberen op 19 maart 1982 de brug over Tverrelva op te blazen met een staaf dynamiet en meerdere (licht)granaten. De aanslag mislukt en Niillas Aslaksen Somby verliest hierbij een hand. 11
De rechtszaak tegen de leiders van de actiegroep Folkeaksjonen begon op 1 maart 1983. Ze werden later veroordeeld tot boetes van 10.000–20.000 kronen en voorwaardelijke gevangenisstraffen van 60–90 dagen.
De Alta-waterkrachtcentrale wordt in mei 1987 in gebruik genomen.

3. De afloop

In 1990 gaf Gro Harlem Brundtland, de minister president, in Aftenposten haar mening over het Alta-conflict. Hierin zegt ze dat met de huidige inzichten de ontwikkeling van de waterkrachtcentrale in Alta niet nodig was geweest. Het geloof in vooruitgang botste met de noodzaak tot behoud, en Brundtland gaf toe dat ze destijds ongelijk had. 12.

De voormalig NVE-directeur Eivind Diesen reageerde hier kritisch op:
"We kunnen zonder Alta, of Kvænangen, of Bardufoss, of Skomen, of Kobbelv, of Svartisen, of Rana, of Rassåga, of welk ander krachtstation dan ook verder naar het zuiden. Maar het zou niet zo eenvoudig zijn om zonder al deze centrales samen te leven – ook al zou eenieder van ons misschien een specifieke centrale liever niet hebben gehad." Met ander woorden we kunnen best wel met een centrale minder, die van Alta of een andere, maar we kunnen niet zonder waterkrachtcentrales.

Voor veel activisten was Brundtlands latere erkenning dat de Alta-centrale onnodig was, een bittere pil. Gezien alles waar zij voor hadden gestreden – en wat ze hadden verloren – was het voor hen pijnlijk dat zelfs de toenmalige premier toegaf dat de ontwikkeling van de Alta-waterkrachtcentrale niet nodig was geweest.

Het is makkelijk voor ons om te denken: "Waarom lieten ze het zover komen? Waarom draaide de regering niet bij?" Veel van wat vooraf werd voorspeld, gebeurde uiteindelijk. De zalmpopulatie nam af door de veranderde waterstroom, de aangelegde wegen doorsnijden de kalvingsgebieden van de rendieren, en zowel de stroom als de waterkrachtcentrale bleken veel duurder dan verwacht.
Sterker nog, de kosten waren zo hoog dat de provincie Finnmark haar aandeel van 40% verkocht, waardoor Statkraft nu 100% eigenaar is van Finnmark Energiverk die de Alta-centrale expoiteert. Ook leverde de waterkrachtcentrale nauwelijks extra werkgelegenheid op. (Aanesland, Sara Malene (2021), p69-70)

4. Kunstenaars spreken zich uit

4.1. Britta Marakatt-Labba

Rond 1980 nam Britta Marakatt-Labba deel aan protesten tegen de aanleg van de waterkrachtcentrale. Zij vond het beangstigend om te zien hoe vreedzame demonstranten door de politie werden gearresteerd. Dit inspireerde haar tot het borduurwerk Garjját / De Kraaien
Het borduurwerk speelt in op de visuele gelijkenis tussen de donkere, aasetende vogels en geüniformeerde politieagenten. De kraaien gaan geleidelijk over in politieagenten.

Garjját / De Kraaien

4.2. Rolf Groven

In 1980 schildert de Noorse kunstenaar Rolf Groven het schilderij La Elva Leve.

Rolf Groven,
La Elva Leve (1980)

Het meet 100 x 130 cm. In olieverf op doek wordt de stuwdam voorgesteld in de vorm van het Noorse parlementsgebouw in Oslo. De Noorse Directie voor cultureel erfgoed was jarenlang de eigenaar van het schilderij. In september 2015 werd het schilderij overgedragen aan het Samisch parlement. De overdracht vond plaats in het Noorse parlementsgebouw (Storting) tijdens een buitengewone plenaire vergadering. Het schilderij hangt nu in Karasjok. Tijdens een rondleiding mocht ik het schilderij bewonderen en fotograferen.

De afbeelding werd in 1980 gebruikt als filmposter voor de gelijknamige film van Bredo Greve 13.

Zie ook de website van Rolf Groven, pagina La Elva Leve (1980)

4.3. Speelfilm Ellos eatnu - La elva leve 2023

De jonge lerares Ester verbergt haar Sami-identiteit om niet blootgesteld te worden aan racisme. Wanneer ze zich aangetrokken voelt tot de demonstraties tegen de bouw van een grote dam in Alta, begint een persoonlijke reis om zich te bevrijden van de schaamte die ze al zo lang met zich meedraagt. Een film van Ole Giæver, regisseur en schrijver.

trailer

5. Reflectie

Het boek Let the River Flow kijkt terug op de erfenis van het Alta-conflict. Katya García-Antón e.a. (2020), schrijven in hun inleiding dat de Alta-actie tot gemengde gevoelens heeft geleid.

Sommige denkers stellen dat de actie Noorwegen ertoe bracht het VN-ILO-verdrag nr. 169 te ondertekenen (dat tot op heden niet is ondertekend door Zweden en Finland). Dit bracht officieel een einde aan het verwoestende beleid van "vernoorsing". Het leidde tot de oprichting van Samische culturele instellingen en resulteerde in 1989 in de oprichting van de Sámediggi - het Noorse Samische parlement in Karasjok (Zweden en Finland volgende later). De actie markeerde het begin van een nieuw tijdperk van Noordse dekolonisatie en sociale transformatie. De nieuwe Samische -politieke, -onderwijs- en -culturele infrastructuur die na het Alta-conflict ontstonden, plaatste Samische-gemeenschapsleden in een sterkere positie om Samische kwesties met enige kracht te bepleiten. Kortom, een post-koloniale tijd is ingezet.

Andere denkers, vooral de jonge generatie Samisch kunstenaars, denkers, politici en natuurbeschermers, zien het anders. Zij zien een voortzetting van koloniaal beleid in een ander jasje. Ja, er is nu meer aandacht voor de Samische gemeenschap maar de gecreëerde Samische infrastructuur nauw gebonden aan de macht van deze Noordse staten. Het Samische parlement hangt immers aan het subsidie-infuus van de Noorse regering.

In Noorwegen zien we talloze projecten die leiden tot verdere aantasting van traditionele levenswijzen, spirituele waarden en Samische kennis. Denk aan de grootschalige windparken op Samische gebieden die nadelig uitvallen voor de rendierhouderij en heilige locaties. Er worden concessies verkocht aan multinationale mijnbouwbedrijven, waarvan het dumpen van giftig afval in de fjorden wereldwijd ongeëvenaard is en de vispopulaties vernietigt. Deze door de staat veroorzaakte vernietiging van Samische kennis, perspectieven en gebieden kunne we aanduiden als epistemicide en ecocide. Het voortbestaan van de Samische bevolking, inclusief hun inheemse kennissystemen, levenswijzen, spirituele waarden en wereldbeelden wordt bedreigd, aldus deze kritische denkers. Zij zien een groeiende golf van ‘groen kolonialisme’.

De overheid heeft kortom wel haar manieren aangepast maar niet haar streken verleerd.

Vanuit een Samisch perspectief (en centraal voor inheemse volkeren wereldwijd) kan inheemse soevereiniteit alleen worden bereikt wanneer de onlosmakelijke onderlinge verwevenheid tussen de menselijke, spirituele en natuurlijke wereld, die ten grondslag ligt aan het wereldbeeld van de Samen, wordt erkend.

Het erkennen van inheemse soevereiniteit zou betekenen dat men moet toegeven dat de moderne, antropocentrische en op vooruitgang gerichte richtlijnen voor de samenleving – die hun basis vinden in een economie van accumulatie en de uitsluiting van de spirituele verbinding met de natuurlijke wereld – niet de dominante kaders zijn waarin we deze planeet zouden moeten bewonen.(García-Antón 2020, p8-10)

Tijd om weer een kunstenaar aan het woord te laten

6. Gedicht van Áillohaš

Er is geen betere manier om het waardensysteem van de Samen te weerspiegelen dan door een gedicht van de Samische natuurhoeder, politieke denker, multimedia-artiest Áillohaš (beter bekend als Nils-Aslak Valkeapää).

and life dressed, showed off
with colours
visions
life
exquisite
the North chose us
as did the reindeer
the fishes
birds,
they all decided
and we
were given the spring day’s marvel
the stories of the blue night
the North
nurtured us
strained14.

Een Nederlandse bewerking (met de originele typografie) zou als volgt kunnen luiden 15:

en het leven tooide zich met mooie
kleuren
schouwspel
het leven zelf.
majestieus

we werden gekozen door het noorden,
rendieren
vissen
vogels,
ze kozen ons

en we
kregen de wonderbaarlijke lentezon,
de verhalen van de blauwe duisternis

het noorden
omarmt ons
raakt ons van binnen

Het gedicht van Áillohaš kan gelezen worden als een scheppingsverhaal, een relaas over het bestaan van de Samen. Hierin kozen het land en zijn niet-menselijke bewoners de Samen als hoeders en mede-scheppers om bij te dragen aan het behoud van zijn integriteit en balans – met andere woorden, om een deel te zijn van het hart en lichaam van de plaats zelf. Het is in wezen een epistemologisch manifest. Hierin wordt de rol van de Samen in de wereld, hoewel misschien niet volledig opgegeven, overgedragen aan de wil en weg van de natuur. Dit staat in contrast met het koloniale perspectief van vestiging, verovering, exploitatie en vernietiging, dat in onze huidige tijden van klimaatcrisis zo schrijnend duidelijk wordt.

Het is duidelijk dat in heel Sápmi en voor velen in de Noordse samenleving de vragen die ten tijde van het Alta-conflict werden gesteld, vandaag de dag nog steeds onbeantwoord blijven. Met als fundamenteel gevolg dat de levenswijzen, kennis en toekomst van de Samen in gevaar komen. Dit gebrek aan oplossing heeft ernstige gevolgen voor de geopolitieke en intellectuele positie van de regio op de wereld. Wie beslist wat er gebeurt op het land van de Samen? Wie profiteert hiervan? Is de natuur zelf geen entiteit met wettelijke rechten en een intrinsieke verbondenheid met andere levende wezens die erop leven?

7. Bronnen

Dalland, Øystein (1994) Altakrønike: En innfallsport fra of tille "Demningen". Davvi Girji o.s. (een chronologisch overzicht van alle gebeurtenissen (online via Noorse vpn verbinding), door mij als controle van andere bronnen gebruikt
García-Antón, Katya & Harald Gaski en Gunvor Guttorm, redactie (2020) Let the River Flow, An Indigenous Uprising and its Legacy in Art, Ecology and Politics, Valiz
Hjorthol, Lars Martin (2006). Alta - Kraftkampen som utfordret statens makt
Jan Ditlev Hansen (1981) Stormen om Stilla (online via Noorse vpn verbinding)
Bjørklund, Ivar (2000) ,Sápmi : becoming a nation : the emergence of a Sami national community Tromsø museum, 2000 online via Noorse vpn verbinding [hst alta gescand]
Schjønberg Inger-Marie (2023) The Alta conflict 1981: Environmental racism on Norwegian soil.
Aanesland, Sara Malene (2021) Altasaken: fra likeverd mot selvstyre. (master, Universitetet i Agder online
Jenny Lepperød (2023) Arbeiderpartiet og Alta-saken (online pdf
Website Kraftlandet i.s.m. NVE, met archief Alta-conflict
NRK gesprek met Alfred Nilsen, Hanne Bernhardsen Nordvåg , december 2019
Nilsen, Alfred (2019) Altakampen: miljøkampens største folkereisning. Hallde Forlag AS [niet geraadpleegd]

© februari 2025


Noten

1. Leve (noors), leva (zweeds): leven, maar ook tekeergaan, lawaai maken, voortbestaan. Een Engelstalig boek over de Alta-zaak heeft als titel Let the River flow.
2. Dit overzicht is gebaseerd op de Noorse en Engelse wikipedia, die zich grotendeels baseren op Hjorthol, Lars Martin (2006). Alta - Kraftkampen som utfordret statens makt [Alta - the power struggle that challenged the government's power] (in Norwegian). Oslo, Norge: Gyldendal. ISBN 978-82-05-33943-9. Het overzicht is verder door mij aangevuld en gecontroleerd op basis van enkele andere bronnen waaronder Dalland, Øystein (1994) Altakrønike: En innfallsport fra of tille "Demningen". Davvi Girji o.s. (een chronologisch overzicht van alle gebeurtenissen (online via Noorse vpn verbinding), door mij als controle van andere bronnen gebruikt
3.

Eerste planvorming 1968 online

4. Het dorp Máze / Masi werd beschouwd als het symbool van de Sámi cultuur

Sociaal werker Johan Gaski zegt het volgende over de uitbreidingsplannen:

"Masi is een van de grootste en misschien wel de meest authentieke en mooiste Sami-nederzettingen die we nog in ons land hebben. De belangrijkste bestaansmiddelen zijn kleinschalige landbouw, rendierhouderij, jacht, visserij en het plukken van gele bosbessen. Als Masi onder water wordt gezet, moet dit worden beschouwd als een van de meest groteske politieke beslissingen in de geschiedenis van ons land."
Eventuele economische vergoedingen voor de gedwongen verhuzingen zou het culturele verlies dat de Samen zouden lijden niet kunnen goedmaken. (bron Aanesland, Sara Malene (2021), p41

5. De Noorse Water- en Energieautoriteit (Norges Vassdrags- og Energidirektorat, NVE) had uitgebreide plannen opgesteld voor de waterkrachtontwikkeling. Deze zou een 56 km lang kunstmatig meer creëren tussen Alta en Kautokeino, wat grote gevolgen zou hebben voor Masi, het Sami-dorp dat ongeveer halverwege deze twee gemeenten ligt. Toen NVE de plannen in oktober 1970 openbaar maakte, stond er: "Máze zal onder water komen te staan. Spijtig, maar het is niet mogelijk het dorp te redden als de ontwikkeling de maximale hoeveelheid energie moet opleveren."

Het 56 km lange meer zou verschillende grote meren op de hoogvlakte omvatten, waaronder Virdnejávri, Joatkkajávrrit en Jiesjávrri. De laatste was de grootste van allemaal, en met name de krant Ságat uitte scherpe kritiek op de staat over Jiesjávrri. Dit meer werd namelijk niet uit de plannen geschrapt, zelfs niet nadat Masi in 1973 werd beschermd tegen overstroming.

6. De letters ČSV zijn de drie meest voorkomende letters in de Samische talen. De afkorting leende zich voor verschillende betekenissen. de meest gebruikte is Čájet Sámi Vuoiŋŋa! (Toon de Sámi-geest. ČSV stond niet voor een specifieke groep, maar meer voor een idee dat minderheidsgroepen een meer confronterende houding zouden moeten aannemen om verandering te eisen. Dit is vergelijkbaar met hoe de American Indian Movement en de Black Panthers respectievelijk de leuzen Red Power en Black Power gebruikten. (bron wikipedia: ČSV
7. Nu het dorpje Maze was beschermd kwam het accent meer op de miljeukant te liggen (The focus was then on nature, and how it could be destroyed by the development-plans. Schjønberg 2023 p2)
Op het hoogtepunt had de actie 20.000 leden en in totaal namen 10.000 mensen namen deel aan de demonstraties. Na de demonstraties legde de politie boetes op, en de bouw van de waterkrachtcentrale werd alsnog doorgezet. Ondanks dit wist de actie veel aandacht te genereren, vooral voor de rechten van de Sami. De organisatie werd in januari 1982 ontbonden. (wikipedia (noors)

Alfred Nilsen, een van de actieleiders: "Zowel in 1979 als in 1981 had de Folkeaksjonen een kamp met lavvo’s, tenten, keukens en sanitaire voorzieningen. Verschillende van de zogenaamde rivierredders verbleven hier wekenlang om klaar te staan om bouwmachines tegen te houden die de weg naar de waterkrachtcentrale zouden aanleggen." NRK, Bernhardsen Nordvåg – Journalist
14 dec 2019

Informatie mazegroep toevoegen
Zomerkamp in Detsika
Op 7 juli 1979 werd het Detsika-kamp geopend. Alfred Nilsen beschrijft dat dit kamp een ander karakter had dan het kamp in Stilla. Het was een cultureel en beschermingskamp. Daarnaast werd het als meer cultureel en politiek breed gedragen beschouwd dan het kamp in Stilla.

Met uitzondering van de onrust en tegenprotesten rond de actie in de eerste dagen, verliepen de dagen in het zomerkamp relatief rustig. In de loop van de periode kwamen er ongeveer 7000 mensen langs in het kamp. Ze werkten aan verschillende thema’s, zoals de energiebehoefte van Finnmark, natuurbescherming, alternatieve energiebronnen en de geschiedenis en rechten van de Sámi. Dit alles was voornamelijk gericht op het verspreiden van feiten en updates over de waterkrachtontwikkeling.

Het belangrijkste doel was om de Alta-actie ook buiten Noorwegen bekend te maken. Volgens Nilsen bereikte de informatie zelfs Australië.

In september werd het Detsika-kamp eerder dan gepland ontmanteld, voornamelijk vanwege het koude weer en het afnemende aantal deelnemers. Het kamp werd opgeruimd en overgebracht naar Stilla. (Aanesland, Sara Malene (2021) p49 op basis boek Alfred Nilsen 2019

Documenten die sindsdien zijn gedeclassificeerd, tonen aan dat de regering van plan was militaire troepen in te zetten als logistieke ondersteuning voor de politieautoriteiten in hun pogingen om de protesten te stoppen.
De premier van dat moment, Odvar Nordli, voorkwam een dergelijke escalatie door een herziening van het besluit van het parlement te beloven, maar het Noorse parlement bevestigde uiteindelijk zijn besluit om de rivier te dammen. Meer dan duizend protesteerders ketenden zich vast aan de site toen de werkzaamheden in januari 1981 weer begonnen. De politie reageerde met grote krachten; op een gegeven moment waren 10% van alle Noorse politieagenten gestationeerd in Alta (waarbij ze werden gehuisvest op een cruiseschip). De protesteerders werden met geweld door de politie verwijderd.

Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog werden Noren gearresteerd en aangeklaagd voor het schenden van wetten tegen oproer. De centrale organisaties van het Sámi-volk stopten alle samenwerking met de Noorse regering. Twee Sámi-vrouwen reisden zelfs naar Rome om de paus te petitioneren. (bron: xxx )

In een documentaire uit 1995 zegt Somby hier het volgende over:
"Achteraf is het makkelijk om te zeggen dat het een wanhopige daad was. Wanneer argumenten of demonstraties niet helpen, noch hongerstakingen of kettingen, dan is er maar één taal die de autoriteiten begrijpen – hun eigen taal. Het was alleen jammer dat we niet genoeg respect hadden voor de explosieven," (NRK

Sombys afgerukte hand werd door de politie in beslag genomen als bewijs. Somby zelf wist het land te ontvluchten naar Canada met een vals paspoort en geverfd haar. Tijdens zijn verblijf in Canada werden hij en zijn gezin geadopteerd door inheemse gemeenschappen en ontving hij medische zorg voor de verwondingen die hij had opgelopen. Na ongeveer tien jaar in ballingschap in Canada te hebben doorgebracht keerde hij in 1990 terug naar Noorwegen. Zijn terugkeer naar Noorwegen markeerde het einde van een periode van ballingschap en vervolging.

Bron Schjønberg Inger-Marie (2023) p4.
Gro Harlem Brundtland, van de Arbeiderspartij, was minister van Milieubeheer van 1974 tot 1979. Ze werd de eerste vrouwelijke Noorse minister-president van februari tot oktober 1981. Van 1986-1989 vormde ze haar twee regering. Van 1990 tot oktober 1996 was ze wederom minister president.

Filmposter La Elva Leve (1980)

Het gedicht komt uit Valkeapää's Nu guhkinn dat mii lahka. Så fjernt det naere, DAT 1994 (een tweetalige uitgave in het Samische en het Noors).
Engelse vertaling: Pekka Sammallahti en Anthony Selbourne 1996 in Beyond the Wolfline. An Anthology of Sámi Poetry. (geciteerd in Helander Elina 1998 No beginning, no End, p 102 en geciteerd in Katya García Antón, Katya e.a. (2020) Let The River Flow, Valiz p10-11)
Mijn vertaling is gebaseerd op de in noot 14 genoemde Engelse vertaling en de Noorse vertaling van het origineel.
og livet pyntet seg med vakre
farger
syn
livet selv.
staselig

vi ble valgt av det nordlige,
reinen
fiskene
fuglene,
valgte

og vi
fikk vårens forunderlige sol
de blåe netters fortellinger

det nordlige
vugget
tok tak i oss

Het is het laatste gedicht in een reeks van vier met de titel Eanan damai,gumai / Jorda lød, ga gjenlyd.


Colofon | Contact